zaterdag 13 maart 2010

Landenonderzoek - Geschiedenis

Geschiedenis

In dit hoofdstuk zullen de volgende vragen beantwoord worden:
- Wat is de reden dat er in Brazilië Portugees gesproken wordt?
- Hoe is de slavernij in Brazilië tot stand gekomen?


WAT IS DE REDEN DAT ER IN BRAZILIË PORTUGEES GESPROKEN WORDT?

De Portugese zeevaarder Pedro Alvares Cabral ontdekte op 22 april 1500 Brazilië. Hierdoor hoorde Brazilië vanaf dat moment automatisch bij Portugal. Het land kreeg zijn naam van het "pau brasil" of brazielhout, dat een belangrijk koloniaal product zou worden. De kolonisatie van Brazilië verliep maar moeizaam, doordat er behalve het hout maar weinig kostbare grondstoffen werden gevonden.

Nadat Portugal in 1580 in Spaanse handen was gekomen, beschouwde Nederland Brazilië als vijandig gebied. Herhaaldelijk werden Braziliaanse kustplaatsen door Nederlanders en Engelsen geplunderd.
De Hollanders lukte het uiteindelijk wel om voet aan grond te krijgen in Brazilië. In 1624 namen ze Salvador in onder leiding van Piet Hein. Deze bezetting heeft door een slechte organisatie echter maar één jaar geduurd. Vijf jaar later veroverde hij het kustgebied van Pernambuco en deze bezetting zou een kwart eeuw duren onder het bestuur van Johan Maurits van Nassau. Het dorpje Recife werd steeds verder uitgebouwd en in 1641 strekte Nieuw-Holland zich uit over het hele noordoosthoek van Brazilië.

Toch bleef dit niet zo. In 1641 werd namelijk ook een vredesverdrag getekend tussen de Republiek der Verenigde Nederlanden (Holland en Zeeland). Voor het bestuur van de West Indische Compagnie (WIC) was dit een sein om de uitgaven die Johan Maurits deed, te verminderen. Hierdoor werd hem opgedragen terug te komen naar Nederland. Voor de Portugezen was dit een gemakkelijke kans op Brazilië weer over te nemen. Zonder een schot te lossen namen ze eerst de stad Recife over en in 1661 werden de Nederlandse rechten voor ƒ8 miljoen aan Portugal verkocht.

In de 17e eeuw begonnen de ontdekkingstochten naar het binnenland van Brazilië. Tijdens deze expedities, "bandeiras" genaamd, werd er voornamelijk op zoek gegaan naar edelmetaal en slaven. Eind 17e eeuw werd er in het bergachtige Minas Gerais eindelijk goud gevonden. Duizenden goudzoekers trokken daarop het binnenland in. In de 18e eeuw emigreerden meer dan 300.000 Portugezen naar Brazilië.

In 1808 sloeg de Portugese prins-regent en latere koning João VI met regering en al op de vlucht voor Napoleon. Zij kwamen uiteindelijk terecht in Brazilië. Brazilië werd nu semi-onafhankelijk en Rio de Janeiro werd de koninklijke hoofdstad. De stad ontwikkelde zich enorm en had uiteindelijk 100.000 inwoners. João VI liet onder andere paleizen, een koninklijke bibliotheek, een juridische en medische faculteit neerzetten.
Pas in 1821 keerde João VI terug naar Portugal en benoemde zijn zoon Pedro tot regent van Brazilië.

Het Portugese parlement probeerde meteen om Rio de Janeiro weer in het gelid te krijgen, maar dit mislukte doordat Pedro zich aan de kant van de Brazilianen schaarde. Hij verdreef met steun van Engelse troepen de Portugese legers. Zijn vader beval hem om terug te keren naar Portugal, maar hij weigerde en riep op 7 september 1822 de onafhankelijkheid van Brazilië uit. Korte tijd later liet hij zich kronen tot keizer van Brazilië.

Toch kreeg Pedro I het moeilijk. De bevolking begon zich steeds meer te ergeren aan het benoemen van veel Portugezen in plaats van Brazilianen in het bestuur van het land. Pedro I trad in 1831 af en werd opgevolgd door zijn zoon Pedro II, die toen nog maar vijf jaar oud was. Totdat hij meerderjarig was, werd Brazilië bestuurd door een regentschap. Het was in die tijd zeer onrustig in het land en er ontstonden her en der zelfs afscheidingsbewegingen. Naar aanleiding van de problemen besloot het parlement in 1840 om de pas 15-jarige Pedro II toch tot keizer te kronen. Pedro II is 49 jaar aan de macht geweest. In die tijde heeft hij gezorgd voor veranderingen in de socialeverhoudingen en de economie. Daarnaast was hij verantwoordelijk door de afschaffing van de slavernij in 1888.

In 1889 brak onder maarschalk Da Fonseca uiteindelijk toch een opstand uit, die Pedro II dwong het land te verlaten. Brazilië werd hierna een republiek onder Da Fonseca, geheel naar het voorbeeld van de Verenigde Staten. Het land werd ingedeeld in twintig staten met Rio de Janeiro in een federaal district als hoofdstad. De staten kregen een grote mate van autonomie.

Vanaf dat moment was het afgelopen met de macht van Portugal in Brazilië. Deze geschiedenis is echter wel de reden dat er tot op de dag van vandaag in Brazilië Portugees gesproken wordt.


HOE IS DE SLAVERNIJ IN BRAZILIË TOT STAND GEKOMEN?

De slavernij in Brazilië maakte een groot deel uit van de wereldwijde slavernij, ongeveer 37%. Bovendien is de slavernij in Brazilië later afgeschaft dan in andere landen, namelijk in 1888. Hieronder zal ik uitleggen hoe de slavernij in Brazilië tot stand is gekomen.

De slavenhandel vanuit Afrika naar Brazilië kwam rond 1550 op gang. De Portugezen waren de eersten die slaven naar Brazilië brachten, gevolgd door de Nederlanders. Dit was in de periode dat Brazilië gedeeltelijk van Nederland was. Er wordt geschat dat 37% van alle slaven wereldwijd in dit land terechtkwamen, in totaal rond de 3 miljoen personen.

Het land was in die periode een kolonie van de Portugezen. De slaven moesten vooral werken op de suikerrietplantages. Dit kwam doordat de Tupi-bevolking door ziekte en door het harde werken te verzwakt waren voor deze arbeid. Ook werkten er veel slaven in de mijnbouw en de goudmijnen. Zelfs na de onafhankelijkheid van Brazilië was de slavernij nog een belangrijke basis voor de economie van het land. Voor de zeer winstgevende suikerplantages in de regio Pernambuco waren al sinds 1532 zwarte slaven uit Afrika gehaald, met name uit Angola en Guinee. In totaal zijn er tot 1855 ca. 3,5 miljoen Afrikaanse slaven naar Brazilië verscheept.

De slaven kwamen uit verschillende landen in Afrika. Zo gingen naar de staat Bahia voornamelijk mensen uit West-Afrika. Naar de staten Rio de Janeiro en Minas Gerias gingen vooral mensen uit Angola, Congo en Mozambique.

Voor de afschaffing van de slavernij was vooral de druk vanuit Engeland belangrijk. In dat land oefende een groep van evangelisch-protestantse politici in de 19e eeuw een lobby uit voor de afschaffing van de slavernij. Deels gebeurde dit omdat zij de slavernij op morele gronden afkeurden. Maar belangrijk was ook dat Engeland geld verloor omdat de rietsuiker in Brazilië goedkoper werd geproduceerd dan in de Britse koloniën. Hierom oefende Engeland druk uit op Brazilië om de slavernij af te schaffen. Dit werd versterkt door Braziliaanse intellectuelen die de slavernij op morele gronden verwierpen. Daarop werd de afschaffing van de slavernij in verschillende stappen uitgevoerd:



• 4 september 1850: De Lei Eusébio de Queirós verbiedt de handel in slaven.
• 28 september 1871: De Lei do Ventro Livre (letterlijk: "Wet van de Vrije Buik") bepaalt dat de zonen van slavinnen vrij geboren werden, hoewel ze nog wel tot hun 21 onder voogdij van de slavenhouder stonden.
• 1884: De deelstaat Ceará schaft op haar grondgebied de slavernij af.
• 1885: De Lei Saraiva-Cotegipe, beter bekend als de Lei dos Sexagenários ("Wet van de Zestigjarigen") bepaalt dat slaven die ouder zijn dan 60 jaar de vrijheid krijgen. In de praktijk haalt deze wet weinig uit, omdat maar weinig slaven deze leeftijd bereiken. Ook hebben de vrijgelaten slaven weinig middelen om in hun onderhoud te voorzien.
• 13 mei 1888: Prinses Isabella ondertekent de Lei Áurea ("Gouden Wet"), waarin de slavernij officieel werd afgeschaft. Op deze datum wordt nog steeds de afschaffing van de slavernij gevierd.
(Slavernij in Brazilië, 2010)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten